Het zonnige herfstweer nodigt uit tot wandelen. Toeristen bezoeken misschien de Sint-Jan en lopen er nog eens om heen. Vlakbij deze kathedraal ligt het Museum Slager, achter de voorgevel van: Choorstraat 16. Het pand Choorstraat 16 vormt één geheel met nummer 14. Het eerste bevat de benedenverdieping, terwijl nummer 16 bij het bovenhuis hoort. Als we naar de gevel kijken, ontdekken we twee dingen: het bouwjaar en een voormalige bestemming. Een gevelsteen meldt duidelijk 1903, zodat deze voorgevel ruim negentig jaar oud is. Een tegeltableau geeft de eerste bestemming van dit pand aan: het was het kantoor van de 'Maatschappij van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden'. Het erbij vermelde jaartal van 1838 geeft tevens de oprichting van dit bedrijf aan. Op 21 mei 1838 werd deze brandverzekeringsmaatschappij opgericht. Het bedrijf groeide fors en stond daarom ook voonamelijk bekend onder haar bijnaam 'de grote Bossche van 1838'. Deze naam was zelfs zo populair dat in advertenties deze verkorte naam voornamelijk gebruikt werd. In 1936 verhuisde de verzekeringsmaatschappij naar de Hinthamerstraat, waar ze bij 'de galerij' een groot kantoor op de bovenverdieping in gebruik nam. In 1971 verdween het bedrijf naar Utrecht en de Bossche naam eveneens, omdat men een onderdeel uit ging maken van de AMEV, een grote landelijke verzekeraar. Het leeggekomen pand in de Choorstraat werd op 14 oktober 1936 in gebruik genomen door de 'Openbare leeszaal en boekerij op r.k. grondslag', die tevoren op de Markt gevestigd was. Bij gelegenheid van de opening was een eretentoonstelling van P.M. Slager in het pand ingericht. Waarnemend voorzitter H. Wijffels sprak ondermeer over de taken van de instelling: „De taak van de leeszaak is tweeërlei: leiding te geven door het aanbieden van het zorgzaam gekeurde boek en verband te leggen tussen het goede boek en de overige uitingen onzer cultuur, waardoor licht valt op de geheel eigen betekenisvolle plaats, die het boek in het cultuurgeheel inneemt.” In het midden van de jaren 60 was de bibliotheek hopeloos verouderd. Voor de volwassenen stond het merendeel van de boeken in depot, zelf zoeken was maar beperkt mogelijk. Een boek van Van het Reve zocht men tevergeefs. Wolkers was maar mondjesmaat aanwezig: scholieren moesten toch iets op hun lijst zetten. Totdat directeur Munnichs in 1966 afscheid nam, vierde de roomskatholieke moraal nog hoogtij. Er werden ook niet zoveel nieuwe boeken aangekocht. In 1965-1966 werkte ik zelf op de Jeugafdeling. In dat jaar heb ik - als ik het me goed herinner - slechts één of twee keer een stapeltje nieuwe boeken gezien. Op deze afdeling kon de jeugd wel zelf zoeken. Maar hoe? De weinige jeugdstudieboeken stonden in een kast, de rest lag op tafels en stoelen. Na sluitingstijd was het iedere dag één grote puinhoop. Ruim 35 jaar heeft de bibliotheek in het voormalige verzekeringspand haar taken uitgeoefend. In het begin van de 70'er jaren verhuisde zij eveneens naar de Hinthamerstraat: naar het leeggekomen In het woonhuis boven de bibliotheek woonden inmiddels sedert 1959 de heer en mevrouw Bergé-Slager. Dit woonhuis was langzamerhand in een museum veranderd: overal hingen schilderijen van leden van de schildersfamilie Slager. Nu was beneden een grote ruimte vrijgekomen... Het is te prijzen dat Hein en Suze het belangrijke besluit genomen hebben om de benedenverdieping in te richten tot een volwaardig museum, gewijd aan de schilderende leden van de familie waaraan het museum haar naam ontleend, en eveneens aan tijdgenoten en leerlingen van deze schilders. Het inrichten is in verschillende etappes gebeurd, maar thans is het een waardevol onderdeel van het cultuurpakket van de gemeente 's-Hertogenbosch. |
Museum Slager is gevestigd in het pand op het adres Choorstraat 14-16. De architecten A.J. van Kempen en J.G.Th. Aerden hebben het in 1903 in neorenaissancestijl opgetrokken, voormalige kantoorgebouw ontworpen voor de in 1838 opgerichte Maatschappij van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden. Boven het kantoor bevond zich een bovenwoning voor de procuratiehouder van de verzekeringsmaatschappij. Aan de achterzijde van het gebouw, aan het Sint-Janskerkhof, bevond zich een conciërgewoning. In oktober 1936 nam de Openbare Leeszaal en Boekerij op R.K. Grondslag het pand in gebruik. Sinds april 1976 functioneert het complex als museum. Vanaf mei 2001 staat het geregistreerd als rijksmonument. Het onderkelderde gebouw heeft een rechthoekige plattegrond. Het bouwwerk is samengesteld uit drie delen: aan de voorzijde een tweelaags bouwdeel, waarin de bovenwoning, onder een plat dak met schilden. Hierachter is een smaller, éénlaags bouwdeel onder plat dak voor de personeels- en archiefruimtes. Hierin is later een daklicht aangebracht. Aan de achterzijde van het pand bevindt zich een smal, L-vormig, tweelaags bouwdeel onder schilddak, waarin de conciërgewoning was aangebracht. De bakgoot is geprofileerd en heeft consoles. De gevels zijn opgetrokken in rode verblendsteen met speklagen, hardstenen plinten en cordonlijsten. De voorgevel heeft een driedelige compositie. Rechts een gevelpartij van twee traveeën, links hiervan een twee traveeën tellend risaliet met trapgevel. Geheel links is een smallere gevelpartij met dubbele ingangspartij. Deze ingang heeft twee gescheiden paneeldeuren met smeedijzeren traliewerk. Bovenlichten in glas-in-lood. Boven de dubbele ingangspartij zijn een tegeltableau met de tekst ‘Maatschappij van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden - Anno 1838’ en een Rijkswapen tussen olijfbladdecoratie. De voorgevel heeft T-vensters met natuurstenen fronton. In het risalerend deel zitten kelderramen met diefijzers, ter hoogte van de eerste verdieping een houten, driezijdige erker op een hardstenen uitkraging. In de trapgevel zijn een stolpvenster en twee natuurstenen gevelstenen met de jaartallen 1838 en 1903 geplaatst. De trapgevel is versierd met twee hoekpilasters en een overhoeks geplaatste middenpilaster, bekroond met natuurstenen obelisken. De achtergevel van de bovenwoning kijkt uit op een dakterras. In het midden hiervan zit een dubbel openslaande, beglaasde deur met bovenlicht naar de keuken. Geheel rechts in de achtergevel is een kleine uitbouw onder plat dak. Het trappenhuis is hoger opgetrokken en heeft een boogvenster met in een boogvorm gerangschikte roeden. De achtergevel van de conciërgewoning heeft twee ingangen, de woning is voorzien van schuiframen. | 11 |
InleidingHet voormalige kantoorgebouw van de Maatschappij van Brandverzekering voor het Koningrijk der Nederlanden is gelegen aan de noordelijke zijde van de Choorstraat, in het centrum van 's-Hertogenbosch. Boven het kantoor bevond zich een bovenwoning voor de procuratiehouder van de verzekeringsmaatschappij, de heer Lievegoed. Aan de achterzijde van het kantoorgebouw, aan het Sint Janskerkhof, een conciergewoning. Het in Neo-Renaissancestijl opgetrokken kantoorgebouw dateert uit 1903 en werd ontworpen door A.J. van Kempen en J.G.Th. Aerden. Omstreeks 1940 werd het kantoorgebouw in gebruik genomen als bibliotheek, waarbij een gedeelte van de gang, samen met het voormalige archief, tot bibliotheekzaal werden omgebouwd. Ook werd een tussenmuur weggebroken. Het gebouw functioneert als museum.OmschrijvingHet onderkelderde kantoorgebouw heeft een globaal rechthoekige plattegrond. Het pand is opgebouwd uit drie gedeeltes: aan de voorzijde een tweelaags bouwdeel, waarin de bovenwoning, onder een plat dak met schilden, gedekt met muldenpannen. Hierachter een smaller éénlaags bouwdeel onder plat dak voor de personeels- en archiefruimtes. Hierin is later een daklicht aangebracht. Aan de achterzijde van het pand -op de noordwestelijke hoek- een smal, L-vormig, tweelaags bouwdeel onder schilddak, waarin de conciërgewoning was ondergebracht. Geprofileerde bakgoot op consoles. De gevels zijn opgetrokken in rode verblendsteen met speklagen, met hardstenen plint en cordonlijsten. De voorgevel heeft een driedelige compositie. Rechts een gevelpartij van twee traveeën, links hiervan een twee traveeën tellende risaliet met trapgevel. Geheel links een smallere gevelpartij met dubbele ingangspartij. Deze ingangspartij heeft twee gescheiden paneeldeuren met smeedijzeren traliewerk. Bovenlichten in glas-in-lood. Boven de dubbele ingangspartij een tegeltableau met de tekst "Maatschappij van Brandverzekering voor het Koningrijk der Nederlanden - Anno 1838" en een Rijkswapen tussen olijfbladdecoratie. De voorgevel heeft T-vensters met natuurstenen fronton. In de risalerende partij kelderramen met diefijzers en ter hoogte van de eerste verdieping een houten driezijdige erker op een hardstenen uitkraging. Glas-in-lood in de bovenlichten van de erker. In de trapgevel een stolpvenster en twee natuurstenen gevelstenen met de jaartallen 1838 en 1903. De trapgevel is versierd met twee hoekpilasters en een overhoeks geplaatste middenpilaster, bekroond met natuurstenen obelisken. De noordelijke gevel van het voorste, tweelaags bouwdeel kijkt uit op een smalle binnenplaats. Hierin rechts een achteringang met bovenlicht. Links hiervan een tweeruits toiletraam, met schuin hierboven een kleiner éénruits raam. Op de bovenverdieping een venster met T-raam. Rechts hiervan een klein éénruits venster. De achtergevel van de bovenwoning kijkt uit op een dakterras. In het midden hiervan een dubbele openslaande beglaasde deur met bovenlicht naar de keuken. Links hiervan een T-schuifraam. Geheel rechts in de achtergevel een kleine uitbouw onder plat dak. Links hiervan een achteringang met bovenlicht en een smal tweeruits venster met klapraam. Het trappenhuis is hoger opgetrokken en heeft een boogvenster met in een boogvorm gerangschikte roeden. De achtergevel van de conciërgewoning aan het Sint Janskerkhof heeft twee ingangen (paneeldeur met bovenlicht onder ontlastingsboog), waarvan de meest rechtse voor de woning, de linkse voor een bergplaats. De conciërgewoning is voorzien van schuiframen. De westelijke zijgevel van de conciërgewoning heeft op begane grond een zesruits schuifraam. Rechts hiervan een kleiner drieruits venster. In de oostelijke zijgevel, ter plaatse van de voormalige personeelskantoorruimte schuifvensters.Het inwendige toont nog gedeeltelijk de oorspronkelijke dispositie. De meest rechtse ingang geeft toegang tot een centrale gang. Rechts hiervan aan de voorzijde twee directeursvertrekken, gescheiden door een schuifdeur. Achter deze kamers een kantoor voor de chef, hierachter het personeelskantoor. Rechts van de gang, die oorspronkelijk tot de achterzijde van het pand doorliep, het archief en de kluis. Het achterste gedeelte van de gang is later bij de voormalige archiefruimte getrokken. Aan de achterzijde van het pand de bergplaats en de keuken van de conciërgewoning. De meest linkse ingang geeft toegang tot de vestibule en het trappenhuis van de bovenwoning. Deze heeft een centrale gang. Twee woonkamers en een slaapkamer aan de voorzijde, keuken, toilet en badkamer aan de achterzijde. In het interieur is nog een aantal oorspronkelijke elementen gehandhaafd. Hiervan zijn onder meer van belang: in verschillende vertrekken geprofileerde raam- en deuromtimmeringen, vloeren in eiken parket. In de directievertrekken houten binnenluiken, paneellambriseringen, schuifdeur met panelen, natuurstenen schoorsteenmantels, eenvoudige stucplafonds; in de gang een decoratieve tegelvloer, in de toiletruimtes op de begane grond Art Nouveau-tegelwerk; in de woonkamers in de bovenwoning rijke stucplafonds en natuurstenen schoorsteenmantels, in de archiefruimte een grote kluis met troggewelf. Het pand heeft nog de authentieke beschoten grenen kap met verbeterde Hollandse spanten. WaarderingHet kantoorgebouw van de Maatschappij van Brandverzekering voor het Koningrijk der Nederlanden is van algemeen belang. Het kantoorgebouw bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling: het vormt als verzekeringskantoor een goede illustratie van de groei van het verzekeringswezen rondom de eeuwwisseling. Het kantoorgebouw bezit architectuurhistorische waarde vanwege de bijzondere Neo-Renaissance ornamentiek en door het bijzondere materiaalgebruik, met name het tegeltableau en de houten erker in de voorgevel. Voorts bezit het kantoorgebouw architectuurhistorische waarde vanwege de plaats die het inneemt in het werk van de Bossche architect A.J. van Kempen. Het kantoorgebouw heeft ensemblewaarde vanwege de betekenis van het beeldbepalende, rijk gedetailleerde pand voor het aanzien van de Choorstraat. Het kantoorgebouw is tot slot van belang vanwege de gaafheid van het exterieur en delen van het interieur. |
2010 |
Museum SlagerChoorstraat 14-16Het museum is gevestigd in een uit 1903 daterend kantoorpand, oorspronkelijk gebouwd voor de Maatschappij van brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden.De architectuur vertoont nog kenmerken van de laat-19e-eeuwse neorenaissancestijl, bijvoorbeeld de timpanen boven de vensters. U kunt hier ruim een eeuw schilderkunst bekijken van de Bossche schildersfamilie Slager, verdeeld over drie generaties, beginnend met Petrus Marius Slager (1841-1912), leraar aan de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten. De collectie omvat Bossche stadsgezichten, landschappen, met name uit Brabant, de Belgische Kempen en Zuid-Europa, alsmede stillevens en portretten. Het museum is dit jaar nieuw ingericht, waarbij elke ruimte een eigen thema heeft gekregen.
Magazine Open Monumentendag (2010) 22
|
|
2015 |
Museum SlagerDit pand uit 1903 is oorspronkelijk gebouwd als kantoorpand voor de ‘Maatschappij van Brandverzekering voor het Koninkrijk der Nederlanden’, zoals is weergegeven op het tegeltableau in de voorgevel. De architectuur vertoont kenmerken van de neorenaissance, bijvoorbeeld de toepassing van tympaans boven de vensters. Na enige tijd als bibliotheek te hebben gediend werd het pand herbestemd als museum. U bekijkt hier ruim een eeuw schilderkunst van de Bossche schildersfamilie Slager, verdeeld over drie generaties. U ziet stadsgezichten van ’s-Hertogenbosch, vele Brabantse landschappen, maar ook schilderijen van de Belgische Kempen en Zuid- Europa, alsmede stillevens en portretten.
Magazine Open Monumentendag (2015) 21
|
1921 |
Bescheiden verbouwing van de benedenzaal van de toenmalige bibliotheek. Architect H.W. Valk, 1921.
Hendrik Willem Valk 1886-1973
|
1908 | A.A.W.M. Lievegoed (Litt. class. doct leeraar aan het gymnasium) |
1910 | A.A.W.M. Lievegoed (Litt. class. doct. leeraar aan het gymnasium) - A.J. Lievegoed (bureauchef Mij. brandverz.) |
1919 | A.A.W.M. Lievegoed (Litt. class. docts. leeraar aan het gymnasium) - A.J. Lievegoed (procuratiehouder Mij. brandverz.) |
1928 | H.J.M. Ebeling |
1943 | H.J.M. Ebeling (kassier Ned. Bank en gem. archivaris) |
1881 | douairr. J.B.C.J.C.C.M. van Hugenpoth tot den Beerenclauw n() |
1908 | Maatschappij van Brandverz. v.h. Koningr. d. Nederl. |
1910 | Maatschappij van brandverz. v.h. Koningr. der Nederl. |
1919 | Maatschappij van brandverz. v.h. Koningr. der Nederl. |
1928 | Brandverzekering v.h. Kon. der Nederlanden |
1943 | Openbare Leeszaal en Boekerij op R.K. Grondslag |
1965 | Openbare Leeszaal en Boekerij op R.K. Grondslag |
1973 | Openbare bibliotheek 's-Hertogenbosch |
19?? | Museum Slager |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) III. 327
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 34, 35, 63
R.J.P.M. (René) Vroomen Wapens in 's-Hertogenbosch, Kring Vrienden van 's-Hertogenbosch (2021) 36-37